,
Vroeger werd dissociatieve identiteitsstoornis, meervoudige persoonlijkheidsstoornis genoemd. Het is een zeldzame en complexe psychologische aandoening waarbij de identiteit van een persoon is gefragmenteerd in twee of meer verschillende persoonlijkheidsstaten die ‘alters’ worden genoemd.
Deze alters nemen routinematig de controle over het lichaam van de persoon over. Een persoon met DIS ervaart ook merkbare, terugkerende hiaten in zijn geheugen.
DIS wordt geassocieerd met overweldigende ervaringen, traumatische gebeurtenissen en/of misbruik tijdens de kindertijd.
Schattingen over de prevalentie van DIS lopen sterk uiteen. Studies tonen aan dat 0,01% tot 15% van de mensen het kan hebben. Het komt vaker voor in gebieden die grootschalige trauma's hebben meegemaakt, zoals oorlog of natuurrampen.
DIS wordt vaker gediagnosticeerd bij vrouwen dan bij mannen.
De meeste mensen met DIS hebben in hun jeugd ernstige trauma's meegemaakt en dissociëren als een manier om om te gaan met een situatie die te gewelddadig of traumatisch is voor hun bewuste zelf.
DIS heette tot 1994 meervoudige persoonlijkheidsstoornis, toen de naam werd gewijzigd om een beter begrip van de aandoening weer te geven.